Parijs by Kenny B
Frisse morgen in Parijs, (1)____________ m'n business
Ik zie de (2)__________ mooie française, op d'r boeng hoge hakken
En ik, weet niet wat ik zeggen moet
Ik zeg: Bonjour, mon amour, mademoiselle, tu est très belle
En eh, en zij zegt:
Je (3)________ néerlandaise, oohh
Je (4)__________ un (5)__________ peu français
En ik zei
Praat Nederlands met me
Even Nederlands met me
Mijn gevoel zegt mij
Dat wij (6)________________ (7)__________ kijken
Naar de Champs-Élyséés
En naar de Notre-Dame en aan de Seine
En daarna samen op la Tour Eiffel, hmm, hmm
Ah, en ik voelde dat het goed zat
Ik zag haar zo verlegen lachen
Kan niet (8)______________ dat het echt was, zij de (9)__________ zijn
Ze leek een mix van Doutzen, Edsilia en Anouk, oohh
Er gebeurde iets met mij, (10)________ zij zei
Je suis néerlandaise, oohh
Je parle un petit peu français
En ik zei
Praat (11)____________________ met me
Even Nederlands met me
Mijn (12)____________ (13)________ mij
Dat wij (14)________________ (15)__________ kijken
Naar de Champs-Élyséés
En (16)________ de Notre-Dame en aan de Seine
En (17)____________ (18)__________ op la (19)________ Eiffel, oohh, oohh, eh oohh
En dan nog een woordje (20)________ ons
Je t'aime, je t'aime, je t'aime
Je t'aime, je t'aime, je t'aime
Praat Nederlands met me
Even Nederlands met me
Mijn gevoel (21)________ mij
Dat wij vanavond samen kijken
Naar de Champs-Élyséés
En (22)________ de Notre-Dame en aan de Seine
En daarna (23)__________ landen op Schiphol, oohhh yeah, oohh, oohh, oohh
Ik zie de (2)__________ mooie française, op d'r boeng hoge hakken
En ik, weet niet wat ik zeggen moet
Ik zeg: Bonjour, mon amour, mademoiselle, tu est très belle
En eh, en zij zegt:
Je (3)________ néerlandaise, oohh
Je (4)__________ un (5)__________ peu français
En ik zei
Praat Nederlands met me
Even Nederlands met me
Mijn gevoel zegt mij
Dat wij (6)________________ (7)__________ kijken
Naar de Champs-Élyséés
En naar de Notre-Dame en aan de Seine
En daarna samen op la Tour Eiffel, hmm, hmm
Ah, en ik voelde dat het goed zat
Ik zag haar zo verlegen lachen
Kan niet (8)______________ dat het echt was, zij de (9)__________ zijn
Ze leek een mix van Doutzen, Edsilia en Anouk, oohh
Er gebeurde iets met mij, (10)________ zij zei
Je suis néerlandaise, oohh
Je parle un petit peu français
En ik zei
Praat (11)____________________ met me
Even Nederlands met me
Mijn (12)____________ (13)________ mij
Dat wij (14)________________ (15)__________ kijken
Naar de Champs-Élyséés
En (16)________ de Notre-Dame en aan de Seine
En (17)____________ (18)__________ op la (19)________ Eiffel, oohh, oohh, eh oohh
En dan nog een woordje (20)________ ons
Je t'aime, je t'aime, je t'aime
Je t'aime, je t'aime, je t'aime
Praat Nederlands met me
Even Nederlands met me
Mijn gevoel (21)________ mij
Dat wij vanavond samen kijken
Naar de Champs-Élyséés
En (22)________ de Notre-Dame en aan de Seine
En daarna (23)__________ landen op Schiphol, oohhh yeah, oohh, oohh, oohh
Respuestas:
(1) gewoon(2) meest(3) suis(4) parle(5) petit(6) vanavond(7) samen(8) geloven(9) mijne(10) toen(11) Nederlands(12) gevoel(13) zegt(14) vanavond(15) samen(16) naar(17) daarna(18) samen(19) Tour(20) voor(21) zegt(22) naar(23) samen